Ontluisterd van zijn lange, wilde haren,
kwam hij lachwekkend tot ontmaskering.
Hij was voortaan gedoemd met trage voeten
de tredmolen te treden van het lot
en in den blinde, tastend naar 't verleden,
te draaien rond Delila als zijn god.
Toch kwam de dag dat hij zou zegevieren,
want in hem groeide stil een grote kracht.…
Mijn vlinderlief in hoge wolken, schitterend door avondrood
Jij hebt je sterren afgelegd in licht van zonsverduisteringen
Nee, jij wilt geen rups meer zijn, die zich in donker buiten sloot
Noch de schaduw van jouw bolster die zichzelf had ontbloot
Jij wilt jouw tere vleugels spannen, na gedaantewisselingen
In ontmaskering van alles, toch je masker…