Ik lig hier nu al vele eeuwen
mijn knekels liggen door elkaar
er is niets meer van te breien,
dat komt door het respectloos heien
de kist om mij heen, is al verdwenen
mijn schedel heeft nog al mijn tanden
ik mis veel kootjes van mijn handen
de mooie bel, die ik heb meegekregen
heeft altijd aan mijn zij gelegen
de Statenbijbel is ook al…
In gedachten ga ik de preekstoel op
een opengeslagen statenbijbel,
'red mij van mijn vijanden' lees ik hardop
de echo is het roerend met mij eens.
Weer terug naar de uitgang.
Het rinkelend geluid van wat kleingeld
dat ik in de gleuf van een metalen bus laat vallen
klinkt profaan de kerk door.…