Zie hoe fel de boterbloemen kleuren
in het zonnelicht dat ze wakker kust
zo zacht, dat het goudgeel stralend rust
op de blad’ren die van knop nu scheuren
aan de waterkant, in dromen gesust
terwijl ze stil het spiegelzicht keuren
hangen de wilgen twijgend te treuren
zich van hun eigen schoonheid onbewust
in ‘t groene boord van het weidemeer…