Het piepen van de wind
doet de stem verstarren
in het vriendelijk gebaar
van de ochtend
als ik ja knik tegen het leven
roep en rijk me de hand
vergeef me vriend
stuur me bloemen of steentjes
om bij te dragen
aan het gewicht dat drukt
de laatste bloedspat
van uitgewist leven
kus me dan ten afscheid…
Lieve God heb meededogen,
ik ben toch niet van steen,
zit met mijn handen in mijn haren
want ik heb zoveel verdriet.
Hoeveel leed moet ik vergaren
tot u mij eindelijk ziet.
Tranen wellen in mijn ogen,
alles borrelt in mijn gemoed
Voel me nietig en bedrogen,
alles komt toch nog wel goed?…