MEI
poëzie
't Luchtwindje waait langs paarse Mei-seringen,
Langs wilde roos en geurige jasmijn:
En over alles speelt de zonneschijn;
Uit windselen komen knop en bladeren dringen.
Dauw, bloemen, jeugd en tranen zijn de dingen,
Waardoor men lijdt, maar zonder hartenpijn;
Omdat in elk een jeugdig vogelijn,
Van 't voorjaar af tot 's winters, zit te zingen…