Iemand die er niet tegen kon,
voor wie het klonk als een kanon,
die slapen moest op mogadon.
Hij kocht een heteluchtballon
en zweefde naar de noorderzon.
Dat was de schuld van ’t carillon,
het carillon, het carillon.
Ooit sliep men als een blok beton:
van Grote Kerk tot aan ’t station,
geen Weesper die niet slapen kon.…