De zomerstoelen waarin wij nog kortgeleden zaten
gedicht
De zomerstoelen waarin wij nog kortgeleden zaten
staan zo geschikt alsof ze bij het opstaan
weggeschoven door ons zijn verlaten.
Het riet kraakte, niet meer van ons, maar van
de najaarsregens en de zittingen vergaarden
om zich toe te dekken blad dat
daar zelf in een vluchtpoging belandde.
Weerloze hoek is het, die geen beschutting
aan zichzelf…