't huis kent nu geen klanken meer
geen klaterlachen klautert hoog tot in de nok
om gevangen door 't zolderlicht allengs te bedaren
geen zangen dringen door ontsloten
vensters buitenwaarts om in gezocht duet
met luider merelfluiten of lijsterslaan
de vroege ochtend in te zingen
seizoenen zullen blanke toetsen tot
een dof en okergeel polijsten…
In oktober in het prachtige groen
met wat okergele herfstaccenten
Wandel ik rondom de Vennen
In het Rijk van Nijmegen
Als ik ogenschijnlijk
Een knalrode vlinder
Zie fladderen door de natuur
Zal ik haar vangen of
Even voelend aanraken, denk ik
Ik voelde zachtjes aan haar vleugel
Wat een vrouwenjas bleek te zijn
Die openviel en haar gele…
Een dubbel-dicht
daar staat ze in de regen
te groot voor haar plu
half doorweekt
een okergele jas
met een vriend er in
in het zicht
doet wonderen
brengt een verheugde glimlach
op haar natte gezicht
opgepept door een bakkie koffie
richting Delft
samengepropt
in een overvolle tram
weg met de regendruppels
al heeft elke traan
een eigen…