levenloos wit marmert wangen
het licht gaat gepaard
met wat ogen willen zien
er hangen harde haren
rond een uitvergroot hoofd
begeerte dooft op slag
de hang naar meer is verdwenen
in het wenende licht
één vierkante meter grond
beweegt rond afgetobde voeten
het gezicht in ruw geplooide
lijnen, zij verdwijnen
in een welgevormde lach…
Spiegels in paskamers
zijn anders dan
bij mij thuis,
rimpels die er niet
waren, grijnzen
me lelijk tegemoet.
Zie ik daar een eerste
grijze haar, nee
dat is niet waar.
Ik staar naar
een vreemde die ik
niet kan zijn,
en zij kijkt stoicijns
terug, en wacht
tot ik verdwijn.…
Maar na de paskamer staat daar
Monsieur Comme il faut.
Wellicht schemert er tóch nog
een wereldkerel in hem.
Uiteraard met een topjob
en een welldressed woman
die hem versiert:
'Spannende snit, Piet.
Jij bent de man die mij verdient.'…
staand in de paskamer merkt
mijn uitgeklede lichaam
dat het niet goed meer werkt,
het valt, het houdt op te staan.
Languit op de vloer tussen
kreukels zie ik mijzelf
languit aan ophanglussen
tegen de wanden sterven.
Stel dat je hier nu was.
Dadelijk hield ik je vast
tot je, precies, gedegen,
dood tot vertrek zou bewegen.…