Ballade van de ter dood veroordeelden
netgedicht
Allen, allen: de man met de grijze haren
Die elken avond psalm zingt in zijn cel,
De jeugdigen, en die op rijper jaren
Gehoorzaamden het innerlijk bevel,
Zij stonden op hun post en wisten wel:
Wij zijn gering in aantal, weinig krachtig,
De vijand is barbaars en overmachtig
En als hij toeslaat, treft zijn wraak ons fel
En het vergaat ons en de…