Hij preekt op braderie, in ’t buurthuis of een tent,
Bekent deemoedig zijn afgrijselijkste zonden
~Belust op vrouwen, steeds beschonken, opgewonden~
Nog tot voor kort was hij een barrel van een vent
Maar God zij dank heeft hij onlangs de Heer gevonden
Zijn slechte daden met gebogen hoofd bekend
Zodoend’ verlost van ‘t kwaad en ‘t duivelse serpent…
blijft haar lastig vallen
Al weken en maanden lang
Belt wel veertig keer per dag
En maakt haar vreselijk bang
Neemt ze een ander nummer
En denkt ze nu is het gedaan
Dan is het voor heel even stil
Toch weet hij weer toe te slaan
Soms blijft hij even zwijgen
Tot zij plots zijn stem herkent
Dan drukt mijn zus hem weg
Gebeld met privé het serpent…
o hemels wangedrocht, mijn engel der wrake, uitgewoonde snol,
o hels serpent, onmenselijk wezen vol venijn, verdorven hoer,
o slang uit diepste diepten, bron van wanhoop, dronken sloerie,
o monsterlijke helleveeg, mijn duivels ongenot, verlepte slet.…