Een veredelde wetsdokter
Met schedelboor en zaag en mes gewapend
Duikt in de klamme kelder
Vergaapt zich
Aan elke vezel, pees, orgaan
Woelt in rottend weefsel
Berekent
De kromming van de ruggegraat
De buiging van het heiligbeen
De welving van de ribben
Of hoe de romp zich over dijen verdeelt
Het bederf
Door een kleffe zon opgejut
Sloopt…