Zo diep schaamteloos
draagt het immer
ruisende rivierwater
het vernederde afval
langs mijn vergulde voeten
ik waad door vocht
van diep verdriet en timmer
met gebalde vuist
de luiken toe van de vazal
die schimpend weigert
het verre wezen te ontmoeten.…
van de boodschap onbegaan
zolang als nodig is
hij waakt tot het ogenblik
van zijn openbaring
de profetie is heilig
iedereen heeft het recht
ongewoon zichzelf te zijn
zijn gouden gedachte
bij het wachten op morgen
een leven lang gelovig
bidt hij al tot zijn goden
maar hij twijfelt nooit
of ze hem wel kunnen horen
hem, de zelfgezworen vazal…
hij vertelde aan de bomen
zong het in de wind
geruis van stille dromen
alleen aan mij
zei hij het niet
rietstengels langs de zonnebeek
vertelden zijn verhaal
wiegend met hun kopjes
in elke nog gesproken taal
"koning Midas heeft een ezelsoor
dat is de waarheid eerlijk hoor"…
O, schitterende held
Door de waarheid geveld,
Geknechte vazal,
Zet je ezel op stal!
Een ieder, wiens eigenlijke lieveling je bent,
Doet plotseling, alsof hij je nooit heeft gekend.…