Je ziet jezelf
Jij ziet jezelf
Maar wie kijkt naar jou?
Wie stopt er niet bij de oppervlakte en
Ziet een stukje verder dan je zou
Hopen dat jezelf niet zakte
Naar diezelfde onbegrijpendheid
Als niemand ziet waar jij voor vecht
Als niemand ziet dat het je spijt
Dat alles niet echt
Maar in je hoofd
Want wat is oprecht
En wat had je aan jezelf…
aan het einde van de dag
verdelen strepen je huid
breken centimeters je lange haar
het uur trekt langzaam aan
op de hei zie ik ogen
de paarse zee worden
jouw rug die langs mijn hand loopt
tekent het land dat we bevolken
vanaf het bankje waar we zitten
hangen we onze ogen in de bomen
we herinneren ons die plek
waar jij de wolken vergat…
Door liefde verblind.
Aan jouw verwachtingen voldoen.
Mezelf willen overtreffen.
Verlangend naar een eerste zoen.
Tot ik ziek werd van verdriet.
Ook al zag je het niet.
Voel ik me als herboren.
Of ik je nu wel of niet kan bekoren.
Tevreden met mezelf.
En jouw liefde zal altijd bij me horen.…
Je ziet ze lopen.
Het pak binnenstebuiten,
sokkenrafels om de kuiten.
Alsof wij meegaan in die waan
van dat omgekeerde bestaan,
waarin zij met een mooi hoedje pogen
met ons door het leven te gaan.
Ik ben immers nimmer bedrogen
met de focus op d'ogen,
dus trek dat pak normaal aan!…
Omringd door planten
organismen zonder dimensie
meebuigend met de wind
vorm ik het onkruid
dat uitreikt naar de grenzen van onze tuin
zoekend naar vragen en antwoorden
en naar wie ik ben…
met het knipperen mijner ogen
enkele weken gezwind vervlogen
terwijl al die tijd
mijn sympathie en dank, hand in hand
lijdzaam vertoefden in mijn binnenkant
maar nu een uitingsvorm betogen
Bij deze…
ongetwijfeld maf
vraag ik mij dikwijls af
of de Eeuwige met ons speelt
ons in groepen heeft verdeeld
hoe anders te bevatten
dat ene, dat zuivere, datte
herkenning, verhelderend als licht
als ik een ander bezie, maar tevens
mijn gezicht…
Een mysterie dat onopgelost blijft
een leegte die gevuld zou moeten worden
door jouw herinnering die steeds bovendrijft
Ik schud mijn kaarten
maar alleen de boer valt te beklagen
en de ouden der dagen
kunnen mij verklaren
waarom hij verdween
En het licht dat hierbij verscheen
verlaat mij nooit meer
ook al bedriegt het me steeds weer…