wanneer het blad verkleurt,
een einde maakt aan uren
onwetend
wanneer de winter komt en ijs
het slissend likken van golven
tot stilte maant
wanneer een sneeuwjacht het vuur dooft
en de laatste schaduw
van een lange zomer verdwijnt
in een zwijgende zee
verwarmen wij elkaar
tot de levenloze souvenirs
te gronde gaan en jij
weer bloemen…
vertel van het uur dat zich traag verplaatst
in het lome licht dat schuilt
achter verstild bladerdek
waar een vogel zweeft
op de thermiek van verlangen zoekend
naar zon die het voorjaar brengt
vertel van de wind die verhalen leest
van huiverend woud en vertel
van het blad dat een bries imiteert
op de zachte deining
van een slaapdronken…
toen zij spraken over flarden
herinneringen die al te traag
overgaan tot ontbinding
verduisterde het late uur
een stekeblind veld
waar zij de vrieskoude van het overspelig verhaal
verwarmden met woorden
die straatarm verdampten
in de onontkoombare krater
van een morsdode nacht
maar berijpte handen hervonden het pad
en gejaagd volgden zij…