Alle inzendingen van delius

Ik hoor halfweg oktober fazanten slaan bezwerend of is het alarmerend onraad hangt in de lucht onrust is gezaaid straks rijgen jagers weer hun laarzen aan…

Een ekster huppelde in het gras alsof voor hem zwart wit niet enkel outfit maar ook glamour was…

En omtrent Anne blauwer kon het niet ze zei het met haar ogen…

Wat een roffelen wat een kwakken wat een trommelen wat een smakken eikels en kastanjes tuimelen herfst in vrije val…

Hoe gaaf nog en hoe glad hoe knap het kleeft dat vochtig lindenblad…

Hij kapselt in geluidloos hij heeft er meer dan aanleg voor…

De zomer was niet zo groot maar de zon gewoon geweldig het regende pijpenstelen en altijd werd 't weer droog een merel woonde in mijn tuin tot een kat hem roofde een ekster huppelde in 't gazon niet denken hij was vergeten wat hij hier vinden kon en meesjes dartelden in mijn taxushaag het spel der liefde hield hen lenig…

Begonia's in 't felste rood twee duiven baden in de goot 't is net alsof het regent een merel kiest de hoogste noot aan inspiratie nog geen nood…

Er komt een klaarte waar ik doorkijk aan de gracht het water wordt dan groener op het einde van september als je lacht…

Ze staan er nature morte onbewogen keikoppig kijkend lijk de dood hun bast doorkerfd lijkt wel schroot ze staan er nature morte onverdroten een landschap met wilgenkoppen aan een sloot…

Zo echt zo ongetemd zij kust de aarde en als het regent modder…

Niet vanzelfsprekend een en al schoffelgewei eland daaronder…

Er vloog een vogel op gifgroen een specht zei ik een groene specht hij boorde zich dieper nog in het alom donker groen…

Mijn schatteboutje ma cuisse de grenouille ma grande vadrouille mijn margootje mijn peugeootje mijn babydolletje mijn vergeet-mij-nietje mijn eekhoorntje mijn hazel- nootje mijn o maal ootje mijn dobberbootje…

Kijk je ook soms uit verveling naar die mode op teevee o nee…

Heb je ook het land aan dat getreiter om je oren dat gedans wespen dansen niet in september omwille van de late zon…

Een oude boomgaard 't hangt vol appelen 't zit vol koeien en twee perelaars hooguit vol gebreken houden het voor bekeken…

Opgepast er vallen kastanjes hard-op Vallende takken een auto is een verwittigd man waard…

Het is de tijd van het jaar dat koper dat blinkt die krul in je haar de rododendron die nog eens bloeit het is de hazelaar…

Een allegaartje wilde duiven op een dak een werk van zitten…

Ik had je vandaag met een asymmetrisch topje willen zien maar het regent pijpenstelen het is koud fris is een eufemisme en dus je draagt je zwarte schoentjes je zwarte pantalon je zwart-wit geruite bloes ik had je vandaag maar het regent pijpenstelen het is koud fris is een eufemisme…

Hij bloeit weer wit en teer en dat al voor de tweede keer vijf september jarig ben je en ik zie je bloeien wit en teer als een rododendron weer…

Ik heb gedroomd vannacht van water groen water het mooiste water dat ik vroeg in de ochtend zag stil was het wij waagden 't bijna niet te spreken er lag een steiger er zat een meeuw die onverdroten was het de stilte peilde…

Het onweer voorbij nu lammetjes aan de hemel vers gewassen…

En al was de zomer niet zo mooi er was veel gras er was veel hooi 't klein hoefblad knikt nog aan de sloot kattenstaarten uit- gelatener dan ooit 't zit vol jonge koeien in de wei en een stier dikbillig ligt er onverstoorbaar bij…

Ze staan er mooi bij die jonge beuken rood van opwinding lijkt het mij…

Dit is een plek om niet te vergeten zei hij terugkomen zei zij niet doen niet vergeten zei hij…

Vandaag wordt het mooi kijk eens hoe de bamboe van mijn buurman vedelt…

Alles is blad en tak en dak geworden er is geen uitzicht bomen wandelen niet meer…

Rond is haar gezicht rond haar ogen blond zij bloeit zij steelt het licht ik hecht mij aan haar lippen haar mond haar wangen naar haar kijken is haar kussen haar beminnen is een must…