Een stille traan
glijdt uit mijn oog
wanhopig, eenzaam
Een stille traan
biggelt langs mijn wang
vergeten, verdwaald, wanhopig
Een stille traan
drupt in een plas
opgeslokt, herkend…
Behaaglijk warm
In een dikke winterjas
De straat op
De koude beet
Nam levenden
Tot zich
Hoewel hij
Dat niet wist
Slechts een straat
Verderop
Een klein bouwsel
Opgetrokken uit karton
Zonder enig leven
Viel zachtjes om
Hij liep langs
Zag niets
Merkte niets
Doch achter hem
Verwaaide het karton
Ontblootte slechts
Een bevroren…