inloggen

biografie: Anneke Brassinga

Anneke Brassinga (Schaarsbergen, 1948) maakte naam als vertaalster van onder anderen Hermann Broch, Vladimir Nabokov, Oscar Wilde, Sylvia Plath, W.H. Auden, E.M. Forster, Herman Melville, Denis Diderot, Jean-Jacques Rousseau en Louis de Rouvroy duc de Saint-Simon. Sinds 1984 publiceerde zij, naast proza, vijf dichtbundels. Het opvallendste aan Anneke Brassinga’s gedichten is de enorme rijkdom van haar taal en het veelvuldig voorkomen van onalledaagse, bijzondere en kleurrijke woorden. Haar poëzie staat vol archaïsmen, neologismen en woorden die slechts weinigen in hun dagelijkse leven zullen gebruiken: wortelwicht en schrompelman, om slechts twee voorbeelden te geven. Wellicht heeft deze overweldigende woordenschat voor een deel te maken met haar werk als vertaalster, dat haar ongetwijfeld tot een meer dan gemiddeld woordenboekgebruikster zal maken. Daarnaast beschreef zij in een interview eens hoe de boeken die zij als klein kind las, voor haar een wereld opriepen die even werkelijk was als de ‘echte’ wereld om haar heen, even spannend, verwonderlijk en betoverend ook. Deze gevoeligheid voor en gefascineerdheid door wat woorden en taal in de verbeelding teweeg kunnen brengen, zou ook een verklaring kunnen zijn voor het onnavolgbare taalgebruik in haar gedichten. Vaak gebruikt zij woorden in een associatievere betekenis dan de gangbare; in een essay uit haar prozabundel Hartsvanger merkte zij zelfs op dat ‘de sensatie die het woord oproept zelden iets te maken heeft met de betekenis in het woordenboek’. Vandaar dat in Anneke Brassinga’s poëzie veel woorden en uitdrukkingen binnen het gedicht een totaal nieuwe betekenis krijgen, dat zij woorden letterlijk neemt, of juist meerdere betekenissen laat meeklinken, en dat de beeldende kracht van de woorden en de klank ervan bij haar vooropstaan. Uiteraard zijn haar gedichten veel meer dan een particulier woorden- en klankenspel, al heeft zij zelf eens gezegd de ‘muziek’ belangrijker te vinden dan de inhoud. Met haar eigenzinnige, muzikale en zintuiglijke taalgebruik weet zij een scala van emoties, gewaarwordingen en gedachten op het scherp van de snede vorm te geven. Vaak gaat het over de natuur, over de tijdelijke en kwetsbare plaats van de mens daarin, over de liefde en, vooral in haar laatste twee bundels, over rouw. Het maakt haar gedichten naast virtuoos, onversneden lyrisch, speels en humoristisch ook buitengewoon indrukwekkend. ‘Een weldaad voor de poëzie,’ zoals de criticus Koen Vergeer schreef.

Inzendingen van deze schrijver

35 resultaten.Meer van deze schrijver...