inloggen

biografie: Jacques Presser

Jacques (Jacob) Presser [Amsterdam 1899 – 1970] historicus en schrijver.

Vanaf 1946 doceerde hij geschiedenis aan de Faculteit voor Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. In 1948 volgde zijn benoeming tot hoogleraar aan die faculteit en in 1959 tot hoogleraar in de algemene en vaderlandse geschiedenis aan de Faculteit der Letteren, als opvolger van Jan Romein. In 1969 ging Presser met emeritaat.

Hij schreef evenals collega-professoren (o.a. Karel van het Reve en Pieter Geyl) enkele misdaadromans.

 Poëzie:

          Exodus (anoniem -1942)

          Orpheus (anoniem - 1943)

          Orpheus en Ahasverus (onder het pseudoniem J. van Wageningen -1945)

          Drievoudig afscheid (1952)

          Orpheus en Ahasverus (herdruk onder zijn eigen naam - 1963)

 Proza:

          Amerika (1949)

          Moord in Meppel (1953 - herdruk onder eigen naam in 1966)

          Crime passionel (1955)

          De nacht der Girondijnen (boekenweekgeschenk 1957)

          Schrijfsels en schrifturen (1961)

          Moord in Moordrecht (1962)

          Moord in de Poort (1965)

          Louter verwachting. Autobiografische schets 1899-1919 (1985)

 Historische studies:

          Das Buch 'De Tribus Impostoribus' (Proefschrift - 1926)

          Beknopt leerboek der algemene geschiedenis (1931)

          De Tachtigjarige oorlog (1941 -  1948)

          Napoleon. Historie en legende (1946)

          Amerika. Van kolonie tot wereldmacht (1949)

          Historia Hodierna (Inaugurale rede - 1950)

          Gewiekte wielen: Richard Arkwright (1951)

          Europa in een boek (boekenweekgeschenk 1963)

          Ondergang.

            De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom  

            1940 - 1945   (1963)


Inzendingen van deze schrijver

1 resultaat.

Je lippen, die ik heb gekust

gedicht
2.0 met 74 stemmen aantal keer bekeken 24.837
Je lippen, die ik heb gekust, Je haren, donker en verward, En dan je hart, je jonge hart, Waaraan 'k zo heerlijk heb gerust... Ik denk: het heeft zo moeten zijn. Soms is 't, of je bent gestorven. Wie weet, hoe ver, in leed en pijn, Wij zullen hebben rondgezworven, Voordat wij weer...