(in de hal)
gedicht
Ik ben op handen en voeten vergaderd,
volwassen als een baby, volwassen als een aap.
In deze houding wordt alles onwezenlijk.
Onwezenlijk snel, in onwezenlijke haast:
andermans armen en andermans romp
schieten daarboven jagend voorbij.
Als kogels. Als wolken. Als lijkenlucht.
Zo vliegt de dag...