inloggen

biografie: Raymond Herreman

[Menen 1896 - Elsene 1971 ]

Herremans vader was een kantoorbediende. Toen Raymond Herreman tien jaar oud was, verhuisde hij met de familie naar Gent. Hier bezocht hij de lagere school met o.a. Maurice Roelants en Achilles Mussche, met wie hij levenslang bevriend is geweest. Met hen gaf hij op school reeds een blaadje uit:  "Moderne Kunst".

Onder de schuilnaam Raymond Vere publiceerde hij in 1914 met Maurice Minne het bundeltje "Eros".

Na zijn studies werd hij onderwijzer te Brussel, maar al snel stopte hioj daarmee en werd hijjournalist. Hij werkte  mee aan "Het Laatste Nieuws", "Le Peuple", "De Volksgazet" en "Vooruit". In 1918 trouwde hij met Yvonne Ligot, met wie hij twee dochters kreeg. Met Karel Leroux, Maurice Roelants en Richard Minne richtte hij het tijdschrift "'t Fonteintje" (1921-1924) op als reactie tegen het expressionisme. Hij werd ook nog redacteur van "Forum" en "Het Nieuw Vlaams Tijdschrift". Zijn belangrijkste verzenbundel werd "De roos van Jericho" (1931). Deze bundel bestaat uit drie cyclussen die de voornaamste ervaringsgebieden van de schrijver weergeven: zijn privé-leven, de problemen van het bestaan en het zoeken naar een welbepaalde levensregel. Na zich in zijn eerste poëzie (o.a. in voormelde "De roos van Jericho") speels geuit te hebben, is zijn latere werk intellectualistisch en ironisch in "Het helder gelaat" (1937) en "De minnaars" (1942). Zijn essayistisch werk is een mengeling van epicurisme en moralisme. Dit komt o.a. tot uiting in "Vergeet niet te leven" (1943) en "Vlaanderen, let op uw zaak" (1945). Raymond Herreman was lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij ontving de Driejaarlijkse Staatsprijs voor poëzie in 1938.


Inzendingen van deze schrijver

1 resultaat.

Aan een terras

gedicht
4.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 2.557
Zij zaten samen voor een gouden glas, vroeg in de ochtend, aan een koel terras. Zij dronken niet; tenzij elkanders ogen, met blikken die — zo bitter jong — niet logen, en spraken niet: de taal der liefde was hun vreemd of geen van beiden boeken las. Zij keken mijn kant uit en zagen...