biografie: Wiel Kusters
Wiel Kusters [Kerkrade 1947]
Hij woont in Maastricht waar hij aan de Faculteit der Cultuurwetenschappen als hoogleraar Algemene en Nederlandse letterkunde werkt.
Zijn 'kinderlijke' nieuwsgierigheid en verwondering leiden hem telkens weer naar 'Al dat Andere, dat wat niemand hier ziet'. Deze dichtregels van Pierre Kemp gebruikte Kusters als motto bij zijn recente 'Velerhande gedichten'. Het is een noemer waaronder zijn gehele oeuvre, inclusief zijn kindergedichten almede zijn kritisch en essayistisch werk, te verenigen valt.
Inzendingen van deze schrijver
18 resultaten.Parabel
gedicht
2.9 met 20 stemmen
9.665 Nog geen dag of drie logé geweest
of heel mijn heimwee vierde feest.
Mijn tante was mijn moeder niet,
terwijl ze op haar leek.
Mijn vader zag ik nergens meer,
mijn oom leek op mijn neef.
Ik wist nu niet wie wie nog was
en sliep niet meer voor straf.
De huiswei bood nog apppels aan
...
Maan
gedicht
3.6 met 16 stemmen
11.822 In de golven, de jaren,
beweegt het sluiteroog door de Titanic,
ziet een kristallen luchter,
gave luchter, een voetstap
op de maan.
---------------------------
uit: 'Laatst', 1989.
De schillenboer gaat door het dorp
gedicht
3.1 met 27 stemmen
11.434 De schillenboer gaat door het dorp
en haalt de groenteresten op.
Het is zomer en zijn kar
rijdt afvalgeurig rond.
Ik ben geen stronkje en geen schil,
mag naast hem zitten op de bok.
Het duurt uren, dagen, maanden,
straks is de herfst alweer voorbij,
de winter komt en ook het groen.
...
Vlag
gedicht
3.0 met 40 stemmen
17.611 Een vlaggenmast houdt
vlaggen vast.
Een windvlaag vindt dat
ongepast.
Maar als de vlag
gestreken wordt,
is er geen windvlaag meer
die mort.
Dan wappert fier en vrij
de wind:
er is geen vlag die hem
nog bindt.
------------------------------------
uit: 'Velerhande gedichten', 1997...
Kerkraadse gedichten
gedicht
3.1 met 21 stemmen
21.923 Voor mij was glück auf
een nachtgroet, in het donker
gesproken door mannen
voor hun behoefte zittend
op de schop terwijl muizen
brood uit hun jaszak vraten
geen treffender beeld
voor de komende slaap
wanneer ik in bed
mijn vader groette
voor hij de deur sloot.
---------------------...
Margraten
gedicht
4.0 met 2 stemmen
5.281 Als je zo'n klein wit steentje was van nu
dat in een grote wei werd neergezet
bij al die andere stenen, rijen lang,
dan had je ons, maar niet jezelf gered.
Als je zo'n bange jongen was van toen
die in het gelid moet staan met vlees en bloed
dat je thuis achterliet, en in een heg
vooroverv...
Broer
gedicht
5.0 met 1 stemmen
8.439 Zolang je Kaspar Hauser was
bleef je ongeboren
en wat ik later van je las
lag als adem op mijn ruit
bevroren.
Ik wist niet hoe jij jezelf verstond.
Ik adem op jouw woord
en zie hoe dit zich smelten laat
maar ook hoe je ontdooiend spreken
jou verstoort.
----------------------
uit: 'H...
Spreek
gedicht
4.0 met 1 stemmen
2.381 Spreek
als je kunt.
Drie vuurpotten in de open lucht,
als het ware in de lucht.
Even was ik bang.
Alles verdween voor mijn ogen
als een brandende grashelling.
Ik moest mijn handen warmen in een leeg hoofd...
Uit nacht en rook stegen maanschijven.
Daar liep je, ik dacht dat ik je h...
Brief in een nachtkastje gevonden
gedicht
3.4 met 7 stemmen
1.662 Het was een zomerdag, een slap begin
voor een gedicht dat me verwonden wil.
Maar niets zo onbedaarlijk als de spin
die in haar web zit. Dus ik houd me stil.
Je kwam van ver, pas nu zie ik de draad
waarlangs je leven zich toen leiden liet
naar waar ik nooit meer op mezelf besta.
Onzichtbaar ...
Hohner
gedicht
4.0 met 2 stemmen
4.746 In een la van de keukenkast
lagen de sigaretten van mijn vader
een boekje over eerste hulp bij ongelukken
(een man is uit voorzorg op een plank gaan staan
en trekt met een wandelstok
de elektrische draad
van het lichaam van de geëlektrocuteerde ander)
een alarmpistool –
veel dat mij is on...
Later
gedicht
3.3 met 3 stemmen
3.076 Later. Een nevelige zon.
Een cliché als een steenappel.
Ik verhaastte mijn pas.
Dacht: als het licht ons inslikt, waar zijn we dan?
Als de wind bevriest, wonen we op het land.
Je opende een gat tussen ons.
-----------------------
uit: 'De gang', 1979.
Ballon
gedicht
2.7 met 3 stemmen
4.340 We kochten een ballon,
een zilveren, met gas.
Hij wilde hoog en hoger.
Jij hield hem vast.
Naar bed. Maar de ballon moet mee.
Het touwtje los. Daar zweeft hij,
mooi gezicht. Het is alsof je slaapt.
Je slaapt.
----------------------------------
uit: 'Salamanders vangen', 1985.
Lied
gedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
2.433 De kooltjes in de kolenkit
zijn van het kolengilde lid.
Aan ieder kooltje komt een eind,
wanneer het door de schouw verdwijnt.
Zo'n kooltje weet dat zelf dan niet
en zingt ontroerd het gildenlied.
-------------------------------------
uit: 'Velerhanden gedichten', 1997.
Daar lopen we
gedicht
4.3 met 6 stemmen
5.667 Daar lopen we. Waarheen?
Een tweesprong laat zijn vork zien.
We kijken achterom.
Er is berusting die wil doden,
nadat ze mijn gezicht heeft weggenomen.
Alles verdwijnt. Zelfs de duisternis trekt op.
------------------------
uit: 'De gang', 1979.
Vader Aarde, Moeder Wereld
gedicht
2.0 met 26 stemmen
6.664 Ik moet de wegen tonen die mijn vader liep,
maar ook de plaatsen die mijn moeder meed.
Die diepte waarin vader zich versliep
was voor mijn moeder eerder lang en breed:
de maten van haar waken in hun bed.
Haar wereld was niet groot, tien straten nauw.
De kleine dingen waar je dan op let.
Bew...
Dubbelganger
gedicht
2.2 met 9 stemmen
6.685 Het is zomer en ik lig
met andere jongens in het gras
op mijn buik zodat ik ruik
hoe vroeger alles anders was
of moet ik zeggen dat ik rook
hoe later alles eender wordt?
er is een meisje bij dat zit
met bruine benen in het gras
zij lacht beweegt zodat iets wits
soms even zichtbaar wordt
...
Langzame Wals
gedicht
3.2 met 23 stemmen
8.968 Wij dansten, moeder, door de keuken
je had mij lachend opgetild
vier jaar was ik 'daar bij die molen
die mooie molen' van de radio
geboren, losgeschild
je kleine vrucht, een zoet bestaan
een appel die zo rood moest glimmen
dat je ogen ervan glansden
opgenomen in een wals
tussen ta...
Doodstil
gedicht
3.0 met 32 stemmen
13.623 Ik ging eens niet op reis,
bleef zitten in mijn stoel.
Mijn reis ging razendsnel.
Ik was nog niet vertrokken
of ik was al weer thuis.
Ik ging eens niet graag dood,
bleef zitten tot ik stierf.
Mijn dood was een soort dood.
Ik was nog niet geboren
of ik was nog steeds in leven.
---------...