Ik kijk TV, zie en ervaar het als
Het mooiste cadeau
Ooit voor een verjaardag gekregen
‘Het Verhaal van Nederland’ (Historische TV serie)
Niet voor niets
Had ik mij al uitgroepen (1-1-2022)
Tot de Rijksdichter
Van het Koninkrijk der Nederlanden
Want wat wordt ik
Daar in bevestigd
Wat hou ik van dit land
Wat ben ik veel en zo lang al…
voorjaar
zo zal het zijn en ik u bemin
ook wij zoeken; is dat niet waar
Zo op de ladder; een wankele tree
armen reikend boven mijn krullend haar
pak ik mijn tak; daar is mijn zee
de vlam, ; de gevoelige snaar
Boven zijn gekomen
vlak bij de wolken zo blauw
kunnen we blijven dromen
Ja, ik houd van jou
's Morgens vroeg bij een lichte douw…
RAMSTERDAMMER
Ik ben vandaag officieel 2 jaar Amsterdammer
Maar nog meer een invoelbare Jordanees
Waar ik ook de JordaanDichter voor 2021 mag zijn
Maar ik blijf in hart en nieren ook Rotterdammer
Van oorsprong dat geboren Noordereilandkind
Om later die bekende onbekende Rotterdammer te worden
Als bedrijfsadviseur bij de Kamer van Koophandel…
over de mens
Andro de Geworpene
hij ontwaarde licht
onbekend met een
gekozen of bewuste wens,
gevallen als een wicht
o, Andro, jij wordt een held
jij bevecht het leven
maar wordt door het heilig sterven
uiteindelijk geveld
bevrucht door genot
en drijvende in een vrouw
totdat de natuur besloot
over een verkrampende douw…
Op een Oester
Een praatzieke oester uit Douwen
Was vaak voor geen cent te vertrouwen
Haar man vroeg vol nijd
Voor nu en altijd
In godsnaam haar klep eens te houwen
Op een Katje
Geregeld gaf een katje in Grouw
Een heel oude hond een watjekouw
Die vond dit abject
En juist dit effect
Was nou precies wat dat katje wou…
Niet zo douwen,
Met je kop zo onder m’ arm!
Zo, laat ik je hier nou leggen;
O, wat dankbaar kijk je ‘m aan!
Laat ons voortaan – wil je zeggen –
Poot in hand door ’t leven gaan….
En zo praatt’ ik boud en blijde…
Even strekt’ hij nog zijn poot…
Zachtkens zonk zijn kop op zijde…
’n Zucht. En toen was Bello dood.…
Mijn zin in rijmen kreeg een flinke douw.
Ik kreeg het voetenwerk welhaast niet licht
en daar is het sonnet toch op gericht.
Waar ik aan het begin voor ben gezwicht,
bleek een te zware klim in dikke touwen . . .
SONNETTEN, IK ONTVECHT ME AAN UW KLAUWEN !!!…