elkaar
doch in de verte kun je 't eind al zien
Van je zestig tot je zeventigste jaar
vliegt als een ware sneltrein voorbij
Grijzer en grijzer wordt snel je haar
jij bent duidelijk ook niet krimpvrij
Van zeventig tot het tachtigste jaar
schiet als een marsraket door de tijd
Je raakt een tikje met ‘t leven klaar
terwijl je elke opwinding ook mijdt…
Van Moskou valt het nodige te zeggen
Ontegenzeglijk is er heel wat mis
Maar één aspect is alleszins te prijzen:
Dat het in elk geval niet Emmen is
Op doorreis, zo is mij althans bevestigd,
Is het in Moskou ook niet al te best
Doch bent u, wereldreiziger, verstandig
Dan mijdt u Émmen driewerf als de pest
Voorzeker heb ik meelij met eenieder…
'Mijn bladerloze schaduw mijdt het water'
Ziezo hè hè, de eerste regel staat er.
'en speurt de witte angst van eeuwen later'
Ga weg! Ga spelen met je transformator!
Je ziet toch dat je moeder zit te dichten.
'ik wend mij af en doof mijn vale lichten
ik heb 'tedúm tedúm' geweten'
Dat vul ik later in. Na 't middageten.…
En er’s niemand voor haar problemen
met baan, de studie en die vriend
Dus loopt zij op haar eigen benen
waarop ze staat, de kost verdient
Maar soms zijn benen niet genoeg
om de last van ‘t hier te dragen
dan hangt ze liever in de kroeg
mijdt spiegels waarin haar ogen vragen
Ze heeft geleerd voor dit tentamen
ze kent zichzelf, weet di’s een…
Geschreven op de muziek van het Vilja-Lied
(uit de Operette 'Die lustige Witwe' van Franz Lehár)
Er woont ene vrouwe
In 't donkere woud
Zij houdt niet van mensen
Zij houdt niet van goud
Zij leeft met de dieren
Heel veilig vertrouwd
Haar maan is van zilver
Haar huisje van hout
Op een dag kwam er een jager
Zag haar baden in het meer…