Een bijdehandje uit Noordeloos
treitert de buurt al een hele poos
springt steeds tevoorschijn
en schreeuwt met venijn
dát mag ik als duvel uit de doos.…
Bijdehandje Dwars had ik je moeten noemen,
dat je niet zo makkelijk bent is moeilijk te verbloemen.
Op elke vraag die ik je stel is je antwoord NEE.
Als moeder van Bijdehandje Dwars valt dat niet altijd mee.
En datzelfde Bijdehandje moet nu weer naar school.
Naar groep drie toe deze keer, hij vindt dat apekool.…
ik zag ze
spelen met zand
in overvloed op strand
een licht
misverstand over
emmertje en schepje
water en gieter
gaven al snel
het eerste piepen
ook de kleurkeuze
hield niet zo
heel lang stand
toen ik even niet keek
had bijdehandje ik
alle spullen ingepikt
heb het opgeruimd
wat bleef was zand
zij speelden hand in hand…
ik weet dat
jij geen rood
sprookje bent
maar het kapje
staat je zo goed
past heerlijk
op je olijke snoet
brengt de wild
piekende haren
weer tot bedaren
speels dans je
door het land met
de ludieke stappen
van het bijdehandje
dat straalt wie ze is
ook zonder prins
en het witte paard
heb jij je eigen slot
de ophaalbrug is
nog…
sloven ook jij gaat in
die werkelijkheid geloven
de gespierde borst
een schouder om te toeven
in rust van zekerheid
warmte om te proeven
ja, ben ik bij je in dat
vreemde land en knijp je hand
ik ben je prins
geloof in zon en zee
loop zachtjes met je mee
in het sprookje van vakantie
maar thuis ben jij toch altijd
weer mijn eigen bijdehandje…
Eindelijk had zij het canvas willen zijn
het beroemde landschap of portret
met de eerste blauwe draad
in haar linnen weefsel
zij naam afscheid van haar wensen,
de vier richtingen van deze wereld
in plaats van ogen
gaven vorm aan haar teleurstelling
en zij werd
het kompas van de keuken,
vriendinnetje van ieder,
ideale opportunist en bijdehandje…