Ik teken paarsblauwe bomen,
Met takken tot aan de kruin.
Zo schep ik mij een buiten
In mijn eigen groene zomertuin.
Ik laat het dorre verdwijnen
Bij het vallen van de eerste regen.
Zo schep ik als die vlinder op mijn hand
Een rustpunt zonder zelf te bewegen.
Ik tracht mij op te richten als een bloem
Tussen het ene overwegen en het andere…
Woeker in mijn dromentuin
als rebel in verloren land
strek jouw berenklauwen uit
maak alles wat te mooi is droef
geef jaloezie een nieuwe glans
naast paardebloem en poezenboot
breng jouw dromen nog een kans
door bloemenzaad en koeienmest
floreer jij mooier dan de rest
vanavond tijdens lentedans
met dwazen die jouw ziel niet zien.…
Uit de grote stenen stad
nam hij de groene regen mee
om de bloemenvelden te besproeien
met zijn zilveren gieter
de sombere wolken kwamen
in blauwblonde schaduwen
uit het hoog gebergte
om te dansen met de liefde
in zoete heimwee naar beminnen
in zijn betoverde hart
speelde het plezier
natte regendroppels
voor zijn dromentuinen
geen…
Maar soms, uit 't bos, lokt ons een zoet gefluit
En 't kwinkeleren in dien dromentuin
Doet ons ontroerd elkaar in de armen zinken...
Zong daar de nachtegaal?…