Ook in de tijden van Heer Halewijn
Bleek men al hoofden af te kunnen hakken.
Toen waren er geen plastic vuilniszakken,
En evenmin bleek er een stoep te zijn.
Op het banket dat toen is aangericht:
Zo ‘n hoofd op tafel…..toch ook geen gezicht.…
Danzeke sjanzeke,
kom hermelijn
pak dan je kanzeke,
lief hertemijn
wie brak het lanzeke,
o here mijn
voor Moeder het Ganzeke,
Heer Halewijn
Jans Pommeranzeke,
zuiver en rein,
van Nieuweschanzeke
kon het niet zijn
met melk meer manzeke,
goed voor de lijn,
brak zij het lanzeke,
Pleegzuster Wijn,
of het moest Bontekoe…
Heer Halewijn zong, ik hoorde zijn stem
Al die dat hoorde wou bij hem zijn.
Ik vond in jouw ogen mezelf weerom,
Als framboos zoet was jouw mond op mijn.
Al schrijlings op ’t ros, door ’t bosch ik reed,
Zoekend naar wat ik achterliet.
Egidius, waer bestu nu gebleven?
Mi lanct na di, in dit kortstondig leven.…