Jouw huid kust het zoute nat,
kom speel met mijn ogen,
smal spoor in het zand,
mijn torso gebogen.
Jouw geuren verdwijnen,
met ritme zo zwart,
nog een keer kijk jij,
mijn vlinder verward.…
Nog voor ik dichten kon
van licht en lief,
vlinderzucht,
van zoete hartenzee,
Nog voor ik zingen kon
met zware adem,
traanogen,
met veel heisa en amok,
Ja nog ver daarvoor, was je al verdwenen.
En ik. Ja, ik wilde met je mee.…
Weemoedig denk ik terug aan die eerste vlinderzucht. Saskia. Die mijn hart meenam naar Nieuw-Zeeland.
En hoe de liefde mij het circus waarderen leerde en mijn eerste Griekse woordjes. Haar zucht tot debatteren. Hoe we samen ‘Stupid’ zongen.
Stiekem samen zijn. Maar ook heel erg ‘out in the open’. Ze gaf me kinderen. En hoofdpijn.…