8/9 december 1924
netgedicht
avondwandeling
een ijskoude noordooster
giert door de straten
en door de kale bomen
schuurt mijn gezichtshuid
kruipt in de vingertoppen
ondanks een tweetal
warmwollen winterwanten
de sterk verlichte huizen
verwijzen voor mij
naar de carnavalsviering
een omgewaaide huurfiets
rust wat in het gras…