Hij was schichtig, flapperde met zijn oor
daar kroop een heuze vogelspin in door,
gelukkig voor de olifant daar was hulp
vakkundig haalde een tapuit de vogelspin er uit.
Er lag zo waar een groep leeuwen te geeuwen
zij waren duidelijk lui en volgevreten,
daar was eerder een wildebeest geweest
met de restanten gingen de gieren slieren.…
Meer door het ruisen van de hoge bomen
dan door het lome van het warme weer
is hij in een heuze hazenslaap gesust.
Maar of hij daarin daadwerk’lijk rust?
Dwaalt hij dromend door verhalen
of is zijn snuivend snurken zinloos malen?…