Voeten spreken esperanto
binnen kalklijnen
waar in vage lagen
kunst krassen kerft
de schaar
soms verknipt
klieft verlies
van evenwicht
zijn gezicht,
stuitend mooi
straalt…
het fijnste porselein
dat de lichtste aanraking
niet verdragen kan
in scherven uiteenvalt
droef gemis blijft
verplaatst zich niet
het vouwt zich onhoorbaar
op in een lege koffer
de kalklijn rondom je lichaam
voordat je wegging
vervaagde op de muur
ik zal je herkennen
aan de kalkdeeltjes
op je rafelige schouders
je holle ogen…
Ik kijk naar de kalklijn, witte gespreide vingers.
Baan 1 in de dunne novemberzon.
Kleuren vloeken in de kuip.
Gejoel zwelt in gulpen, van gedempt tot loeiend.
Het bereikt ons niet.
Want de spieren gehoorzamen enkel het schot.
We stuiven weg in een brede wolk van benen
Tot er gaten vallen, een armlengte.…