XXI
Toch, als de tovervonk langs wonderdraad gevlogen,
- Snel als de Laster vliedt en ’t praatje van de Logen –
De tijding brengt in ’t land: de Mail, de Mail is aan!
Dan hoort men harten vaak als dichterboezems slaan,
Want elk, vol vreugd, vol vrees, wacht van zijn verre lieven
De levenstekenen, de lange, dierbre Brieven!…
mijn taal achter de bergen gelaten
mijn accent aan de golven geknoopt
de taal van bomen en wolken geleerd
de taal van treinen en seconden
en mijn taal klopt sterker dan mijn hart
grijpt vaster dan mijn handen
gaat verder dan mijn voeten
en brengt jou dichterbij
- Sholeh Rezazadeh
(met permissie overgenomen
uit de mailbrief…