Van uit het beslapen bed
Zie ik jouw slanke silhouet
Mijn nieuwe liefde op het balkon
In het licht der opkomende zon
Je lange zwarte haar, slanke benen, ronde billen
De niets verhullende sjaal rond je slanke leest
Je ritmisch bewegen bij de romantische gitaar
Laten mij weten, je bent nooit de mijne geweest…
Oh zuiderdiep, met je rijen bomen
langs het uitgegraven veenkanaal
de waterkant uitnodigend dromend
over vergane tijden, in ’n oud verhaal
liggend achterover, warme hand in hand
kriebelgras in m’n ongewassen groezelnek
‘t lage zonlicht schuinschijnsel over ’t land
acrobatisch gierend de zwaluwtjes als gek…
jouw blauwe vijvers kijken door me…
Kleine berken geven steile bergen
allemaal hoofden vol dicht krullend haar.
Een sneeuwschedel toont zich, glanzend en klaar,
om hard drukkend stroompjes te verbergen.
Het verleden wilde ruig bestaan vergen.
Dagen der arbeid waren lang en zwaar.
Avondspraak maakte ruw leven draagbaar
met verhalen van trollen en dwergen.
Het geliefde fjorden…