Het hoofd verzint toverkunst, verlangt en blaakt
om de jeugd wonderverhalen te geven.
De schrijver beeldhouwt zoete verbeelding
van prille lezertjes, schouwt verkenningslust
der twaalfjarigen met spitse ontdekking.
Nieuwe vertellingen zweven zelfbewust
door het rijk van bloeiende menswording,
over wilde zeeën naast vertrouwde kust.…
vijfduizend te eten geven
onvoorstelbaar
zonder de bril van het wonder
staan we voor een debakel
beleven we niet
het bedoelde teken
klappen we slechts voor
een mirakel
gaan we ook voorbij
aan wat ons leven
werkelijk draagt
maar in dit wonder
is het haalbaar
te vragen aan
wie niets heeft
ook weinig vraagt
hier is een jongen
met…