toen het licht ontvouwde
stuurde een woordvogel jou op pad
je plukte blauwe bloemen
je plukte de witte maan
winter vroor in je hart
reis door ondoorgrondelijk water
naar de overkant
een klapwiekende vogel
nam alle dode woorden mee
in een bitterzoete nacht…
op het doek blauw en grijs dát is Parijs
zoals geel en rood Spanje zijn
schilderen tot de hand zingt
een indringende krassende groet van
de kraai aan een vlucht woordvogels
en hun terugkeer naar het paradijs
altijd zwerft ergens muziek zonder
voeten aan de grond niet gehecht
tussen aarde en hemel in
door de poëzie zweeft een oneindige…
Een woordvogel met oude veren
nam toevlucht tot de lege lucht
reikend naar verdwenen goden
de proef op de som duurt een leven
zijn poëzie gewogen en geteld.…