Ik kijk naar de wekker
Is het reeds zo laat ?
Waar is het uur gebleven
dat in mijn hoofd nog staat ?
Het holt ons reeds vooruit,
kon niet wachten,
richting zomer
en zomerse gedachten
wanneer de zon, pas laat,
haar ogen sluit
De zomer,
met altijd te weinig uren
waarin wij,
in zwoele zomernachten,
diep elkaar in d'ogen turen
En…
Genoten als een gierigaard van centen
of een verwoed belegger van de rente,
is beeldspraak die hier niet echt passend schijnt.
Dus houd ik het gewoon op pap en krenten,
ik kom met krans en wijn ook een heel eind,
al voelt het in dit vers iets te verfijnd.
Ach wat, het blijft bij haringen en tenten.…