Drager van de kruik, scherm niet met mijn geweten.
Raap de scherven van de sokkels uwer heren.
Ontbeer de paleizen waar vrouwen hoereren en breng
mij naar de man die water, vuur, aarde en wind
in zijn lemen handen heeft gegrift.
Laat hem kruiken maken, de beloning zal een overwinning zijn.
Wanneer de lans gebroken wordt in hemeltergend licht…
Ik snoer je tranen vast
Verscheur de last
Ik druk op je schouders. Scheld je uit
Laat je bloeden
Bemin je woede
Je grijpt me vast
En trekt en drukt
Je schiet me leeg
Doorzeeft mijn lijf
Maar zelfs bebloed zal ik wachten
Zelfs dood sla ik mijn armen open
En mijn ogen op.…
hij leerde mij Lodeizen lezen
in het licht van zijn bestaan
zijn de helden gek of de gek een held
de stenen van de straat om te flaneren
in stemmig zwart
om dan weer
dankzij
of voor toekomstig statiegeld
bellettrie te gaan oreren
geen strijkstok glijdend als Lodeizen
maar als een pronte contrabas
die in je oren likt
nu ik hier…
een zonnebloem-knoop
Op de witte wantjes van kleine Wanda
Prijken twee knoopjes met wasbeertjes
Van de bruine broek van Berend
Valt bijna een bruine-beren-knoop
Daar zijn Meira en Ziva met heldere knoopjes
van glas op jurkjes van zijde-zwart
Kijk, daar springt Lev uit een hartenknoop
Rennend door het lila-paarse knopen-veld
Gideon…