de klok slaat tien uur
de vensters worden donker
de laatste stemmen
het sneeuwnevelen
een deur slaat en een hond blaft
de witte aarde
allerlei leven
begint zich ‘s nachts te roeren
steenuilen huilen
uit wilgenbosjes
rijst een donkere schaduw
een ree rekt haar hals
strekt haar oren
nog vier zwarte schaduwen
betreden het veld…
In het winterlicht
Scharrelen de wadvogels
Op de wadplaten
Kokmeeuwen lichten
Wit zilvergrijs vuurrood op
Boeggolven breken
Stormmeeuwen wulpen
Zilverplezier tureluur
Doorwaden de geul
Slenken glinsteren
In diepblauw met de zon mee
De twee zeehonden
Blikken nieuwsgierig
Vanuit het Waddenwater
Geen visje te zien!…