Winterglans
netgedicht
Er ligt voor miljoenen cocaïne op de daken
en geminachte zwervers met brave tijdschriften
in hun nicotineklauwen dansen als gestoorde
kannibalen rond de vuurpotten van goud, de
automatisch open-en-dicht-klappende deuren
van Albert Heinztomatenketshup. Ik ken u niet
zei de magere dwaas en hij liep op sandalen
van marmer. Een zeemeermin met reusachtige…