er dreef een lied over de Maas, heel even
zweefden spiegelend de klanken van
een oud carillon
afscheid, een rode zon, hij
liet de avond als zijn bruid in witte nevels hullen
zulk een schoonheid in te vullen
op de oude, trage Maas
de vette waas van zomerhitte
was al snel vergeten
door mijn mobiele telefoon sprak
het geweten van een eindeloos…
De volle maan sneeuwt over 't land
krijtwitte stralen....
Leg thans uw handje in mijn hand,
kom samen dwalen.
Langs 't beekje loopt het liefste pad:
het lover suist er, 't water spat
en blinkt in 't duister....
Sta even stil..., een enkle stond!
- Ik zoen uw ogen, wangen, mond...,
maar wilt gij spreken, - fluister, fluister!
Wat ligt…