Het staat er nog het huis
waar moeder mij na negen
maanden dragen heeft gebaard
en waar ik in een bedstee sliep
m'n broer m'n zus en ik totdat
we wisten wat een meisje was.
Hij staat er nog de plee waar
veertien buren hun behoefte deden.
Waar het op warme dagen stonk.…
Ik zie het voor me in gedachten
kopje thee in de kamer en suite
Zij vlijt zich aan zijn voeten
hij zingt voor haar zijn liefdeslied
Kinderen liggen lekker te slapen
in de bedstee tegen elkaar aan
Het zilver glimt is mooi gepoetst
In het theekastje waar ze staan
Buiten gaan de lantaarns branden
paard en wagen komen voorbij
Het haardvuur…
Ik vlij mijn lichaam op het asfalt
maak voor liefde weer ruim baan
wanneer auto’s heftig toeterend
al file rijdend langs mij gaan
geen verbodsbord stopt mijn zinnen
geen stopbord verbiedt mij de waan
ik wil je hier op het teer beminnen
toe lief geef mij voorrang laat je gaan
kijk een zebrapad als bedstee
zwart en wit als klank en kleur…
oververhitte vulkaan
stoomt als een lavastroom over me heen
in vervoerende hitte laat ze me binnengaan
het passioneel opgewonden kreunen begint daarop meteen
al zwetend en schreeuwend genieten wij aldaar
tot in de late uren genieten de buren het geluid mee
tot we op zijn van het verkeren in en om elkaar
wij uitgeput liggen te slapen in de bedstee…
Proef je een Peter in de huttencase, alpen en berghutten,
herbeleeft die ene bedstee, je eerste gedeelde liefdesleven,
denkbeeldig violen, beter had je nog nooit wakker gelegen.
Er resten geen woorden met snikken of boerenzakdoeken
je droeg toen nooit doekjes voor het bloeden al 't wereldleed.…
Z'n moeder liep voor 'm te sjouwen,
Wanneer die in de bedstee lag.
Die ouwe kon zo van 'm houwen
Al zei die nooit 's goeie dag.
Ze kookte onderwijl z'n potje
En als ze gauw 'n boodschap dee',
Dan bracht ze 'n gebakken botje
Of boekies om te lezen mee.…
En werd zolang een bedstee in gedragen.
Refrein
Toen bood de bakker hartenvrouw op de vrouw van ome Jan,
Die dik was en aanvallig als een pudding.
Toon speelde kalm zijn handen leeg en annonceerde toen,
Een beenbreuk met een lichte hersenschudding.
Toen riep de kapper ‘Down!’…