In de binnenstad van Groningen
aaide ik een bloedmooie vrouw
die als een hond in haar hondehok
aan de ketting was gelegd. Zij beet
vals om zich heen, terwijl haar baas
met een luchtdrukgeweer hagel op mij
afvuurde en krijste:
'Blief met dien poten van mien poedie of!'.…
zij is een reuzenvlieg
en steekt haar angel
van bezitsdrang in
mijn lijf zuigt mijn
gedachten - nee - mijn
leven uit mijn lichaam op
zij vliegt maar niet
zo heel ver weg keert
telkens na herstel van
stukgebeten irritatie-
huid terug en zal niet
stoppen eer zij sterft of ik…
je bezitsdrang was de gom
waarmee ik je uit mijn leven
w i s t e
heldere plekjes wit
waar jouw voetstappen
ooit hadden gestaan
de contouren van
kubisme vervagen
ik aquarelleer ze
tot absurd realisme
~…