ZUIPEN
met mijn rechteroog
precies boven het borrelglas
zie ik de bodem van
het leven naderbij komen
later
met het linkeroog precies boven
het bierglas vol jenever
begrijp ik plots dat mijn kansen
voor eeuwig naar Korsakov
zijn vertrokken…
Ik heb het tegen Gijs met vijftig
tegen honderd afgelegd
zijn oud-ivoren hoofdje, zoëven
vlot geraakt uit het vertrouwde
groene licht, hangt met een blij
gezicht boven de bar
zijn dorre handen vatten met een teer
gebaar het borrelglas, hij zegt
ik ben al bijna tachtig jaar
u bent nog jong dat komt nog wel terecht.
---------------------…
scheen slechts een koude kille zon
Door het vuil beslagen vensterglas
waarachter een spin zijn web spon
Toen licht ’t donker gebroken had
scheen het een dag als vele te zijn
Buiten wachtte weer ‘t rechte pad
met erop van gisteren nog de pijn
Toen de stilte lang verdreven was
scheen het eenzaam, schrille licht
In ‘t welhaast geledigde borrelglas…