rondom de berken bezingen zij vruchtbare dagen
vragen om zonneschijn, kronen in dansende kringen
vrouwen die fluisteren, voeten uit aarde ontwringen
lijven beklagend die dronken silenen behagen…
jouw naam wordt niet geschreven
jouw naam wordt in lentelicht geweven
ongebroken in stralende takkenbomen
geef jij mij de zon, mag ik bij je komen
jij bent de bosnimf van mijn dromen
aan de rand ligt een weiland te stomen
daar is het voor mij bij gebleven
en het vee lijkt te zweven…
Een bosnimf kwam op ons pad
Uit het niets opgedoken
Heur haren rossig, en dat
Had zij heel hoog opgestoken
Wat ons opviel was haar lach
Zij gooide het naar buiten
Het klonk, als ik het zeggen mag
Zoals de vogeltjes fluiten.…
vederlichte
sonate door jouw zachtverlichtte ziel
niet traceerbaar zonder choreografie
dwarrelend door jouw gedachten
kleine elfjes de tinkelende voetjes slechts
in een vluchtige aanraking met de
bodem van het onbewuste
maar waar zij raken bloeit op de warme gedachte
besprenkeld met zoete nectar
gesponnen cocons verlaten
achtergelaten
bosnimfen…
een frĂȘle bosnimf op ziekenhuiswit
haar handen roerloos in haar schoot
Het badwater wordt koud nu Billy loom
heupwiegend de kamer binnendanst...
Terwijl de halfontwasemde spiegel
mijn vroegoude kop onthullen zal
komt het krakende "Gloomy Sunday"
mij pontificaal verontrusten.…