we gniffelen aan het altaar
tussen psalm en preek door
ringen wegen in mijn broekzak
op de achterste rij rinkelt de bus
aalmoezen voor 11.11.11
even zijn we het ontroerend eens
je huivert onder het kruisgewelf
ja en ja
over en uit
de herder doopt de kwast in wijwater
besprenkelt het paar met een zegen
je gooit het boeket
in een regen…
duizend bloemen zal ik voor je plukken
witte margriet ga ik voor je zoeken
door de velden loop ik langs de bermen
rijd ik met jouw bruidsschat in mijn hand
duizend bloemen raap ik bij elkaar het is
niet te veel gevraagd om te speuren naar
de blauwe korenbloem in de akkers
vergaar ik schoonheid voor jou alleen
duizend bloemen zo veelkleurig…
Een laatste stuiptrekking
voordat je wordt bewaard als
bruidsschat in het hart met
de gave der liefde
Je weegt soms wel wat zwaar
en timide liggen de woorden
tegen mijn lichaam aan
Haast ademen we samen
zingen, zweten, lachen om
dingen die we laten
We gaan de pijn verlaten
op onbekend terrein
Lichaamstaal als zoekende
wederhelften…
zie of eenzaam geworden
in een andere kamer
roerloos bij de dingen sta
die ook niet bewegen geen verhaal vertellen
in dit glasgevoel gevangen
blijkt de bladerval zinsbegoocheling
zinspeelt de zon niet op een regenboog
herberg jij geen gevoel voor de bewoner
wanneer ik eenzaam geworden of geen licht meer zie
in een ander kamer zonder bruidsschat…
Netjes met een meisje trouwen,
Met een bruidsschat van 'n ton,
Duiten bij elkander hou'en,
Rente, kapitaal, coupon;
Altijd netjes op je zaken,
Koffiedrinken op kantoor,
Op de tram 'n praatje maken
Tweede klasse op 't spoor,
Dan je leunstoel, je sigaartje
Met je vrouwtje en de krant,
Warme toffels en je klaartje,
Wonen in je…