Voor Bram dreigde een hele kale kerst
De flatscreen, de buffetkast, ook z'n sokkel
Gestript tot aan de allerlaatste wokkel
En niemand kon nog worden afgeperst
Maar daar verscheen een ster, een engelenkoor
Een kribbe vol met cash van 't kindje Goor.…
zo dagelijks als daglicht
is in de kamer van laaghangende schemer
tijdgeest ontdaan van gestalte
portretfoto’s zijn ingelijst en inmiddels vergeeld
ooit waren wat kleedjes verwisseld
de buffetkast is nog dezelfde
ieders oog ziet anders
eb en vloed
heden en verleden
vader en moeder…