een avond na een dag
gezoden door de zon
de ribbetjes
gekloven en gespoeld
met kommen vol van ooft
en sap en suiker ongegist
het gras vertrapt
de lach die verder draagt
tot bij het spiegelfeest
van buren achter groen
en rooksignalen zonder doel
in bundels boven bomen
gemeenschap van de neus
de vingers gretig vet
rond glazen schuivend…
Gestadig ga ik naar de tachtig jaren
En op die leeftijd komt het eropaan
Hoe ik mij voel wanneer ik op wil staan,
Want dat kan dan een heleboel verklaren.
Doet niks mij pijn, voelt er niets uit het lood,
Dan is dat mooi, maar dan ben ik wel dood.…