natuurlijk wil ik
liefhebben
niet alleen in lentebloesemtijd
maar blijvend
door mijn eigen winters heen
als mijn adem op het raam
in een bloem gevangen wordt
of buiten overgaat
in wolkjes gipskruid…
ergens in de ruimte
dwarrelen woorden rond de mal
van nieuwe vormen
er hoort een glimlach bij
een frons en twintig vaste regels
onder tafel schuift een voet
ze raakt mijn tas vol bundels
het genoegen van een hart,
het vragen in een hoofd
de grond van alle dingen wordt
geloofd
de geur van bloemen kruist oneindig
sluit een pact met wit…