het vergezicht was niet slechts voor mijn ogen
een regen boog zich vloeiend voor de zon
de spreeuwen lintten sluiers langs de hemel
en zweefden zoals ik geen leven kon
de wolken dreven weg in paarse tinten
en achter hen azuurde firmament
de hemelwind verlichtte avonduren
en stilden dichters eeuwig dit moment…
recht vaart zijn schip
landtongen vermijdend
waar wijsheid niet
voor anker ligt
zegenrijk is hij die de zee
der verlokking trotseert
voorbij wacht hem de bloem
van ‘t schone leven
zie, hoe senang en zuiver
de lelie open bloeit
een minnezang zwelt aan
hemelwind draagt verder dan…
krijtwitte strepen vervagend in de lucht
hoge sluiers van condens zoeken zonlicht
maar worden verdreven door hun eigen
fragiliteit verwaaid in de hemelwinden.…