de borsten die voor niets en niemand wijken
met tepels die een hoge toon aanslaan
dat strakke truitje … niets er onder aan
het strookje buik waarlangs haar vingers strijken
een strakke broek waarin de vormen prijken
dat zulke mooie meiden echt bestaan
de Schepper deed zijn werk en lacht voldaan
hoe moeilijk is het dan om niet te kijken
natuurlijk…
profrenners fietsen niet in gedachten
zetelen zij in zeemleren lappen
op sponsjes die droog zonder verslappen
soppend naarstig naar herenleed smachten
anekdotes waarin zij van hun stuk raken
tellen sappig zeven kleuren kruisbessmaken…
Zolang de middelpuntvliedende krachten
De chaos van 't divergent herenleed,
Wat een gebrek aan concentratie heet,
In dolende droommensen niet verzachten
Is daartoe een minzame muze
bij machte
Die zich ontdoet van het satijnen kleed
Waarin omwikkeld ze haar binnenbrachten
Voor de sultan die haar, sprokenzegger, verwachtte
Voor fabelverhalen…